Maria Swanenburg

Goeie Mie: De Leidse gifmengster

Maria Swanenburg is onderdeel van de special "Leiden in Minifiguren" .

Lees en luister mee!

Maria Swanenburg was een Leidse gifmengster en seriemoordenaar die in de 19e eeuw tientallen slachtoffers maakte.

Ze werd geboren in 1839 in een van de arme Leidse wijken en het gezin had het zwaar. Ze woonden in een bouwval, haar vader werkte zeker zes dagen per week en wel twaalf uur per dag als fabrieksarbeider. Toch verdiende hij niet genoeg om het gezin te onderhouden. Daarom werkte zijn vrouw en alle kinderen in het gezin ook mee om te kunnen eten. Dat in die tijd vooral aardappelen maar dat was niet voldoende. Van de twaalf kinderen in het gezin overleden er zeven door ondervoeding voordat ze volwassen waren. Het werd nog erger toen haar vader begon te drinken en het gezin werd meerdere keren op straat gezet door de grote schulden. Een groot deel van de gezinnen tijdens de Industriële Revolutie in Nederland had te maken met dezelfde problemen.

Toen Maria volwassen was en trouwde, bleven deze problemen haar achtervolgen. Ze leefde nog steeds in armoede en haar eerste kindje overleed in 1866 op tweejarige leeftijd aan cholera.

De verschillen tussen arm en rijk waren groot in Leiden (Verheul, 1852)

Leidse overlijdensregisters van 1865, een gewoon jaar en 1866 een Cholerajaar  (Leids Regionaal Archief)

Ondanks haar nare situatie, stond ze in de wijk bekend als een vriendelijke en behulpzame vrouw. Haar werk was namelijk het verzorgen van ouderen en zieken en dat deed ze goed. Ze was zelfs zo geliefd dat ze de bijnaam “Goeie Mie” kreeg.
Maar met “Goeie Mie” zelf bleef het slecht gaan. In 11 jaar tijd verloor ze zes van haar negen kinderen en toen in 1877 haar laatste kindje overleed brak er iets bij Maria Swanenburg. Ze raakte zelf aan de drank en niet lang daarna begonnen de moorden. 

Tijdens haar werk ontdekte Maria namelijk dat ze geld kon verdienen door begrafenisverzekeringen voor haar patiënten af te sluiten. Hoewel bijna al haar patiënten arm waren, wilden zij wel een nette begrafenis.  Als een patiënt vervolgens overleed, kreeg “Goeie Mie” het verzekeringsgeld.

Maria Swanenburg begon haar patiënten te vergiftigen om zo het verzekeringsgeld snel op te strijken. Dat deed ze met arsenicum, dat in die tijd nog heel makkelijk te verkrijgen was, omdat het werd gebruikt om ongedierte te bestrijden. Als mensen arsenicum binnenkrijgen, beginnen ze al snel vreselijk over te geven en krijgen ze heftige diarree. Bovendien tast het veel organen aan. Slachtoffers overlijden snel door uitdroging of doordat een of meerdere organen het begeven.

Arseen, een giftig mineraal (Tomihahndorf, 7 april 2006)

Een leeg flesje dodelijk arsenicum (Pixabay, 2024)

Op het begin koos ze meestal oudere of kwetsbare personen uit, want deze mensen waren vaker ziek en hun dood was daardoor minder verdacht. Bovendien stond Maria nog steeds bekend als een zorgzame vrouw. Hierdoor kon ze dicht bij haar slachtoffers komen zonder dat er argwaan gewekt werd.

Later ging ze zelfs hele gezinnen vermoorden, zodat Maria ook de erfenissen kreeg van zo’n gezin. Zelfs haar eigen familie werd slachtoffer van de praktijken van “Goeie Mie”. In 1881 vergiftigde ze haar schoonzuster en twee neven. Hierdoor kon ze 149 gulden opstrijken, een enorm bedrag voor die tijd.

Maar het liep verder uit de hand. Ze ging mensen vermoorden bij wie ze schulden had en daarna zelfs willekeurige slachtoffers. Een bekend voorbeeld is dat ze twee zusjes vermoordde. Swanenburg was oppas van deze meisjes en daar verdiende ze geld mee. Door deze zussen te vermoorden verloor ze dus ook die inkomsten. Toen een van deze zusjes lag opgebaard, en het huis vol rouwvisite zat, vergiftigde Maria ze allemaal door arsenicum in hun koffie te doen. 

"Goeie Mie" stopt stiekem gif in een pan. 

Toch kwam “Goeie Mie” er altijd mee weg. Naast dat iedereen haar vertrouwde, kwamen er eigenlijk nooit artsen een autopsie doen nadat iemand overleden was aan een ziekte. Er stierven in die tijd namelijk talloze arme mensen aan verschillende, eenvoudige ziekten. De dodelijke verschijnselen van arsenicum, die Swanenburg gebruikte, leken veel op deze ziekten en vielen dus niet op. Maar op 15 december 1883, liep Maria Swanenburg tegen de lamp.

Het verhaal van “Goeie Mie”, gaat verder bij Pieter Schreuder.

Om dit verhaal af te sluiten:

Wist je dat Maria Swanenburg soms poppen zou hebben gebruikt om te oefenen hoe ze haar slachtoffers het beste kon vergiftigen zonder verdacht te lijken?

Waar?

Maria Swanenburg of "Goeie Mie" kwam uit Leiden.

Meer weten ?

Bekijk of download deze poster met alle belangrijke gebeurtenissen van het verhaal over Goeie Mie