Jan Steen

Leidse schilder die het dagelijks leven schilderde

Jan Steen is onderdeel van de special "Leiden in Minifiguren" .

Lees en luister mee!

Jan Steen is een van de beroemdste Nederlandse schilders uit de Gouden Eeuw. Hij werd geboren in 1626 in Leiden, de stad waar zijn familie al heel lang woonde. Zijn voorouders hebben zelfs het beleg van Leiden meegemaakt, en zijn vader was Havick Steen. Een succesvolle koopman en bierbrouwer die tot de gegoede burgerij behoorde.  

Daarom werd van Jan Steen verwacht dat hij naar de Universiteit van Leiden zou gaan en hij schreef zich in 1646 in. Maar, net zoals zijn tijdsgenoot Rembrandt van Rijn, stopte hij al na twee jaar en ging hij zich concentreren op de schilderkunst. Hij ging bij verschillende meesterschilders in de leer, waaronder zijn stadsgenoot Jan van Goyen. Jan Steen trouwde in 1649 zelfs met zijn dochter, Grietje van Goyen.

In zijn carrière als schilder maakte hij wel 450 kunstwerken van landschappen tot portretten en historische stukken. Maar de bekendste werken van Jan Steen zijn toch vaak de schilderijen die het dagelijks leven van die tijd laten zien. Deze schilderijen lijken soms wel een combinatie van theater en literatuur, vaak met een vleugje humor en soms wat chaos.

In de tijd dat Jan Steen nog bij Jan van Goyen in de leer was, schilderde hij bijvoorbeeld “Beschonken buiten Voorschoten”. Nog niet zo gedetailleerd als latere schilderijen, maar het laat een vrolijke groep mensen zien die dansend door de natuur gaan.  Deze bewegingen of “dynamische handeling”, zoals dat ook wel wordt genoemd in schilderijen, maakt dat zijn schilderijen bijna een momentopname lijken. Iets wat een foto bijvoorbeeld ook heeft. Hoe Jan Steen dat deed, wordt nog steeds onderzocht. Soms wordt er zelfs gedacht dat zijn schilderijen in scène zijn gezet.

Beschonken buiten Voorschoten (Jans Steen, tussen 1640 en 1650)

Zelfportret (Jan Steen, 1652)

Schilderij van de burgemeester van Delft (Jan Steen, 1655)

Rond 1654 verhuisde Jan Steen naar Delft en probeerde daar een brouwerij te runnen, maar dat was totaal niet succesvol. Volgens de verhalen was dat vooral omdat Jan zelf het meeste bier dronk.

Op een dag had zijn vrouw er genoeg van. Ze zei tegen Jan dat de zaken slecht gingen en dat klanten voor niets kwamen omdat er geen bier meer was. "Je moet die brouwerij draaiende houden," zei ze. Jan beloofde beter zijn best te doen. Hij liet de grote brouwketel vullen met water en mout, en kocht een paar eenden op de markt. Die eenden liet hij daarna los in de ketel.
Daar komt het gezegde: “Leven in de brouwerij brengen” vandaan. Toch werkten zijn plannen niet en verliet hij met veel schulden Delft. Gelukkig kon Jan Steen goed leven van zijn schilderkunst tot het rampjaar van 1672, waardoor hij minder schilderijen verkocht en zijn schulden weer opliepen.

Het bekendste gezegde wat we dankzij Jan Steen hebben is echter “Een huishouden van Jan Steen”. Hij heeft nooit heeft een schilderij gemaakt met de titel 'Het huishouden', maar veel van zijn werken zie je grote, vrolijke groepen mensen. Vaak zijn dat dronken mannen en vrouwen met geheven glazen, die op terrassen of in rommelige kamers zitten. Je ziet vuile pannen, schalen, flessen en etensresten liggen op de grond. Er zijn spelende kinderen, honden, mensen die fluit of citer spelen. Vaak wordt er ook gezongen, gedanst en gezoend. Dit geeft een uniek kijkje in het leven van de 17e eeuw en laat zien dat het ook in die tijd ongelooflijk gezellig kon zijn. Misschien zijn sommige schilderijen wel gebaseerd op zijn eigen leven, want vaak zijn Jans’ vrouw en kinderen ook in de schilderijen te zien. De vrolijkheid en uitbundigheid in combinatie met chaos, leidde al in het begin van de achttiende eeuw tot de uitdrukking 'een huishouden van Jan Steen'. Dit betekent dus eigenlijk 'een rommelig maar gezellig huishouden’.

Boeren voor een herberg (Jan Steen, 1650)

In Weelde Siet Toe (Jan Steen, 1663)

Vrolijk gezelschap op herbergterras (Jan Steen, 1663)

Het bekendste schilderij waar dit goed is terug te zien is “Het vrolijke huisgezin”. Er is woonkamer te zien met drie generaties, waar iedereen doet wat hij of zij wil. De vloer en tafel zijn een chaos; niemand heeft de boel onder controle. De kinderen doen precies wat slecht voor hen is: ze drinken wijn uit een kan en het jongetje in de vensterbank rookt een pijp. Niemand maakt zich er druk om. Jan Steen heeft zichzelf geschilderd op de achtergrond waar te zien is dat hij op een doedelzak speelt.

Op het briefje aan de schoorsteen staat de spreuk: "Soo D'Oude Songen, Soo Pypen De Jonge" of zoals het nu wordt gezegd: “zo de ouden zongen, zo piepen de jongen”. Dit betekent dat de ouderen het verkeerde voorbeeld geven en dat de jongeren dit gedrag overnemen. Jan Steen wilde met dit schilderij zeggen: doe dit vooral niet. Houd controle en geef het goede voorbeeld. Dit schilderij was dus eigenlijk een waarschuwing voor de maatschappij.

Het Vrolijke Huisgezin (Jan Steen, 1668)

Jan Steen werd in 1671 en in 1674 gekozen tot het hoofd van de Leidse kunstenaarsgilde en overleed in 1679. Hij is begraven in de Sint Pieterskerk in Leiden.

Om dit verhaal af te sluiten:
Wist je dat in de 17e eeuw ook al Sinterklaas werd gevierd? Dat is te zien op “Het Sint-Nicolaasfeest” van Jan Steen. De jongste dochter op het schilderij is duidelijk het hele jaar zoet geweest en krijgt een pop. Haar oudere broer is duidelijk niet zo braaf geweest want die staat huilend naast haar omdat zijn schoen leeg is gebleven.

Het Sint-Nicolaasfeest (Jan Steen, circa 1663-1665)

Waar?

Jan Steen werd geboren en overleed in Leiden

Meer weten ?

Een aantal jaar geleden is een schilderij van Jan Steen herontdekt!