Johan Thorbecke

Nederlands grootste staatsman

Lees en luister mee!

Johan Thorbecke was een Nederlandse staatsman en politicus die de nieuwe grondwet van 1848 schreef. De grondwet die Nederland nog steeds heeft en de basis is van het land.

Hij werd geboren in 1798 in Zwolle. Zijn familie kwam uit Duitsland en Johan werd vanaf kleins af aan gestimuleerd om veel en goed te leren. Zes dagen per week van zes uur in de ochtend tot acht uur ‘s avonds kreeg hij les van zijn vader en zat hij in de boeken. Dat werd ook nog eens aangevuld door privélessen van verschillende belangrijke personen. Al snel bleek dat Johan Thorbecke een intelligente jongeman was en dat alle studies zijn vruchten afwierpen. Via de Universiteit van Amsterdam kwam Thorbecke terecht bij de Universiteit Leiden waar hij in 1820 afstudeerde in rechten en zelfs cum laude promoveerde in de klassieke letteren. 

Na een tijd in Duitsland te hebben gewerkt, keerde hij terug naar de Nederlanden om aan de Universiteit van Gent les te geven. Gent was toen nog onderdeel van Nederland maar in 1830 kwamen de Belgen in opstand en wilde zich afscheiden van Nederland. Daarom vluchtte Thorbecke terug naar Nederland om daar voor de Universiteit Leiden te werken. Daar werd hij hoogleraar rechten en al snel dé grootste expert van de Nederlandse grondwet.

Een jonge Thorbecke

Koning Willem II (Jan Adam Kruseman, 1842)

De afscheiding van de Belgen past in het plaatje van die periode in de 19e eeuw. In heel Europa was het onrustig. Veel burgers eisten meer rechten en invloed op de democratie. Overal in Europa ontstonden revoluties. Koningen werden afgezet, er kwamen nieuwe vormen van democratie en grondwetten werden aangepast.

Thorbecke kwam in 1844 in de Tweede Kamer. Toen probeerde hij al, samen met 8 andere Kamerleden, de zogenaamde “Negenmannen”, de Nederlandse grondwet te wijzigen. Toen Willem II dit initiatief onder ogen kreeg zei hij ongeveer: "Als ze een schavot voor mijn ogen opbouwen, zal ik het beklimmen en mij laten onthoofden. Alles liever dan dit te ondertekenen."

Koning Willem II had in die tijd namelijk nog alle macht in handen, maar toen in 1848 de revoluties in Europa steeds groter werden, waaide dit ook over naar Nederland. In Den Haag kwamen bijvoorbeeld fakkeltochten langs de koninklijke paleizen. De druk op Willem II werd namelijk steeds groter en hij werd bang voor een grote revolutie in Nederland, waarbij hij zou worden afgezet. Soms wordt er gezegd dat hij in een nacht overstag ging en de Tweede Kamer om een grondwetsherziening vroeg. De ministers wisten echter van niets en die namen allemaal op staande voet ontslag. Er kwamen nieuwe ministers en Thorbecke werd gevraagd als voorzitter van een commissie die een nieuwe grondwet moest schrijven.

Veel van de nieuwe punten in deze grondwet, komen uit de pen van Thorbecke, die deze stukken schreef in zijn huis aan de Garenmarkt in Leiden. De grondwetsherziening werd uiteindelijk op 3 november 1848 aangenomen.

Het huis van Thorbecke aan de Garenmarkt 9, Leiden (Vysotsky, 28 mei 2015)

Johan Thorbecke (Johan Heinrich Neuman, 1852)

De wijzigingen in de grondwet, vormen tot op de dag van vandaag de basis van de Nederlandse samenleving. Daarom de belangrijkste punten op een rij:

  • Verantwoordelijkheid: De ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid in Nederland en niet de koning. De zogenaamde “ministeriële verantwoordelijkheid”. Hierdoor had de koning eigenlijk nauwelijks macht meer. Hij bleef nog wel officieel het staatshoofd van Nederland.
  • Verkiezingen: De Tweede Kamer wordt rechtstreeks gekozen door de burger waardoor het een echte volksvertegenwoordiging werd en zo de burger meer invloed had. Belangrijk is wel om te weten, dat dit eerst was voor mannen die boven een bepaald bedrag verdienden. Pas in 1917 kregen alle mannen boven de 18 kiesrecht en in 1919 kwam het vrouwenkiesrecht.
  • Vrijheid van geloof: Dit was sinds Willem van Oranje altijd al een belangrijk onderdeel van Nederland alleen gold dit vooral voor katholieken en protestanten. Bij de grondwetswijziging van 1848 werd dit fors uitgebreid. Iedereen in Nederland mag geloven wat hij of zij wil en dat geldt voor alle geloven. Dus niet alleen katholiek of protestants maar ook voor de islam, boeddhisme, hindoeïsme en alle andere geloven die er bestaan. Ook mag je ervoor kiezen om niets te geloven. Iedereen is daarin gelijk, mag daar niet op beoordeeld of veroordeeld worden en wordt gelijk behandeld.
  • Vrijheid van school: Dankzij deze aanpassing kon iedereen een school oprichten die bijvoorbeeld het beste bij hun geloof of achtergrond paste. Daarvoor mocht alleen de overheid dat. Deze scholen kregen ook geld van de overheid zodat de scholen voor iedereen betaalbaar en toegankelijk waren. De overheid controleerde nog wel of de kwaliteit van het onderwijs goed was. Ook mocht iedereen kiezen naar welke school hun kinderen gingen.
  • Vrijheid van meningsuiting: Iedereen in Nederland is vrij om te zeggen wat ze willen zonder dat de staat je een straf oplegt of dat je bang hoeft te zijn dat andere burgers jou aanvallen vanwege die mening. Hier zijn wel uitzonderingen op. De vier belangrijkste zijn:
    • Smaad: Je mag niet zomaar mensen of groepen beledigen of hun goede naam aantasten
    • Laster: Je mag je niet kwaadspreken over anderen of mensen beschadigen door leugens.
    • Discriminatie: Je mag niet discrimeneren. Dat betekent het ongelijk behandelen van mensen op basis van bijvoorbeeld afkomst, geloof, uiterlijk, geaardheid, leeftijd of geslacht.
    • Aanzetten tot haat. Je mag niet oproepen tot haat of geweld richting andere personen of groepen. Bijvoorbeeld op afkomst, geloof, uiterlijk, geaardheid, leeftijd of geslacht.
  • Vrijheid van pers: Voor 1848 bepaalde de regering nog vaak wat de kranten schreven of had er in ieder geval veel invloed op. Na deze wijziging had ook de pers volledige vrijheid van meningsuiting en dat betekende ook dat de journalisten alles mochten schrijven wat ze wilden. Hier gelden wel dezelfde uitzonderingen als bij vrijheid van meningsuiting.
  • Rechterlijke macht: Voor 1848 werden rechters vaak benoemd door de koning. Vanaf 1848 werden rechters helemaal onafhankelijk en staan los van politiek.

Al deze punten zijn de hoeksteen van de Nederlandse samenleving en zorgen ervoor dat burgers in een veilig en vrij land kunnen leven.

Archiefstukken van de grondwet van 1848 (Jan Zweerts / Nationaal Archief)

Koning Willem III (Nicolaas Pieneman, 1856)

Na de invoering van de grondwetsherziening, leidde Thorbecke wel drie kabinetten als minister van Binnenlandse Zaken. Een minister-president bestond toen nog niet, maar het was duidelijk wie de leider was. In deze periode kwam de nieuwe koning Willem III nog in verzet tegen de nieuwe grondwet, omdat hij vond dat hij te weinig macht had, maar uiteindelijk bleef de nieuwe grondwet gewoon zoals hij was en nu nog is. Thorbecke overleed op 4 juni 1872 nadat hij ernstig ziek was geworden. Hij was op dat moment leider van het derde kabinet Thorbecke. Vijf dagen voor zijn dood, zorgde hij er nog hoogstpersoonlijk voor dat Aletta Jacobs als eerste vrouwelijke student aan de Universiteit van Groningen werd toegelaten.

Thorbecke ging de geschiedenis in als de belangrijkste staatsman van Nederland ooit en wordt “de vader van de Nederlandse democratie genoemd”.

Om dit verhaal af te sluiten:

Wist je dat Thorbecke bekend stond als een “modieuze” politicus? Hij had altijd zeer stijlvolle en nette kleding. Hij was een van de best geklede mannen van zijn tijd, wat nogal ongewoon was voor een politicus in die periode.

Waar?

Thorbecke schreef de grondwetsherziening aan de Garenmarkt 9, Leiden

Meer weten ?

Bekijk deze Clipphanger

Tjip de Jong is trotse ambassadeur van Johan Thorbecke.
Ook ambassadeur worden? Klik hier!